donderdag 22 november 2012

Tussen warme armen...

Haar vader, Javed,  kwam uit Bandar-e ‘Abbās. Een stadje in het zuiden van Iran.
Een havenstad met de toevoeging van het woord Bandar wat in het Farsi 'haven' betekent.
Haar broertje komt uit Haarlem, heet Sjors en zij heet Farideh, vrij vertaald: 'heerlijk'
Deze korte schets vraagt om uitleg. Tenminste dat vind ik en dus leg ik het uit.

Farideh is in 1976 geadopteerd. Haar adoptie ouders Marian en Erik waren verliefd. Hevig verliefd en bezig met zwanger worden. In hun geval een hele bevalling, want lukken wilde het niet echt. Na vier jaar onderzoek wezen de testen uit dat een biologisch kind er niet in zou zitten. Dit nieuws kwam niet als verrassing. Ze hadden het geaccepteerd en bespraken de mogelijkheden om toch samen een gezin te kunnen vormen. Al snel kwam het onderwerp adoptie ter sprake. Door het enthousiasme van de dienstdoende dokter werd adoptie meteen een bespreekbare optie. In die tijd was het niet zo ingewikkeld om het adoptie proces in te gaan.

Het proces bestond uit een aantal cursussen, nou ja, meer bijeenkomsten over begrippen als biologisch bloedlijnen, cultuurdimensies en hechtingsproces. Meer een stukje begrijpend Nederlands dan de richtlijnen die tegenwoordig gelden. Marian zag het hoopvol in en ook het enthousiasme van Erik nam toe. De liefde die ze voelden, wilden ze delen...met een klein stukje geluk, een klein baby'tje.
En de liefde die ze samen deelden leidde ertoe dat Farideh in de winter van '76 als klein pakketje op Schiphol aankwam. Marian kon haar geluk niet op toen ze het kleine gezichtje zag. Grote donkere ogen keken haar hoopvol aan en ze schoot vol. Zoiets moois had ze nog nooit eerder gezien en was intens gelukkig. Ze was moeder geworden!!



Farideh groeide op tussen de warme armen van haar ouders.
Op driejarige leeftijd werd Farideh door hun apart genomen. Ze hadden haar iets te vertellen. Ze zou een grote zus worden want alsnog was Marian door een raadsel zwanger geworden. Alhoewel ze niet precies wist wat dit allemaal inhield voelde ze de blijheid van de ouders op haar neerstrijken en liep lachend naar haar speelgoed toe. De houten trein die ze voor haar verjaardag had gekregen gaf ze aan haar moeder. Deze is voor mijn broertje, zei ze zacht...

Gedurende haar jeugd stond Farideh bijna niet stil bij het feit dat ze geadopteerd was. Er was ook geen aanleiding voor. De aanleiding kwam pas toen ze op haar 25ste voor een medisch onderzoek een vragenlijst voorgeschoteld kreeg waar ze niet echt raad mee wist. De vragen betroffen een landelijk onderzoek naar erfelijke ziektes. De vragen troffen haar. Ze wist dat haar biologische moeder was overleden en dat daar niets meer over te vinden was. Het weeshuis had slechts summiere informatie over haar vader. Een energieke en krachtige man die in de havens van Abbās een koffie export bedrijfje had. Maar er stond niet in of er binnen de familie de ziekte van Creutzfeldt-Jakob, Duchenne of zelfs kanker voorkwam.

Gelukkig kon ze thuis overal over praten. Er waren geen taboes. Hierdoor had ze de gelegenheid om samen met haar ouders op alle vragen naar antwoorden te zoeken. Op bijna alle vragen. Hoewel Farideh zich behoorlijk Nederlands voelde was er toch een vlammetje in haar aangewakkerd. De interesse in haar roots was aangewakkerd. Logisch ook. Het was niet dat ze zich verscheurd voelde. Ze wilde gewoon meer weten van haar basis. Het geluk van intelligentie was haar meegegeven en zodoende kon ze op een snelle en planmatige manier te werk gaan. Ze spitte bibliotheken tot in de diepe kelders uit en nam Wikipedia en Google als haar bijbel mee. Zo werd haar cultuur langzaam maar zeker een werkelijk deel van haar zijn. En daar voelde ze zich prettig bij. Haar vader die de vertaalde naam 'eeuwig' met zich meedroeg was ook meer dan toepasselijk in deze! Ze vond troost in de wetenschap dat eeuwig 'voor altijd' is.

Er zou altijd en voor eeuwig iets van haar biologische ouders bij haar zijn. Als de tijd rijp zou zijn, dan zou ze haar zoektocht naar haar vader vervolgen. Maar voor nu, vond ze vrede in het feit dat geluk voornamelijk wordt gevonden in berusting en acceptatie...



zondag 4 november 2012

Chocoladeijs en afscheid

"Het is warm," zei ze. Haar slippers plakten aan haar voeten. Ze zat ergens mee, gezien de fronslijnen tussen haar ogen. Haar ogen die normaal gesproken energie uitstraalden waren nu dof en leeg. Ze had het over de tijd dat ze nog gelukkig was. Lang geleden, toen ze nog een meisje was.
Ze was met haar vader op vakantie.

Als klein meisje luisterde ze muisstil naar haar hem alsof hij alle wijsheid in pacht had. Hij wist, draaiend aan zijn grote witte kriebelsnor, de aandacht volledig op te slokken. Ze zag enkel zijn ogen. Zijn kleine kraaienoogjes met daaromheen zijn rimpels. Het spel tussen de rimpels en zijn ogen volgde ze naarmate zijn verhaal vorderde. Ze vertelden alles aan haar en maakte zijn verhaal meer dan visueel. Ze voelde het diep van binnen.

Het verhaal over chocoladeijs en duivenpootjes was haar allerfavorietste. Het ging als volgt.
Een familie duiven leefde, lang geleden in een grote stad, genaamd Parijs. Vlak onder de Eiffeltoren hadden ze hun huisje. Honderden mensen liepen dagelijks langs zonder ze op te merken. Vader Duif vertelde bij het langslopen altijd een kort verhaaltje over wat de mensen deden. Zo waren er toeristen die uitleg kregen van gidsen over het ontstaan van de toren. Arbeiders die werkten aan het onderhoud en veel, heel veel verliefde stelletjes. Parijs de stad van de liefde, zei Vader Duif dan zuchtend...

- Wat is liefde, vroeg de jongste duif?
- Liefde. Liefde is een gevoel van binnen. Het is een warm gevoel dat je krijgt zodra iets of iemand je raakt. Kijk maar naar die mensen beneden ons. Ze kijken elkaar in de ogen, raken elkaars handen aan en geven elkaar een kus. Ze laten zien dat ze van elkaar houden. Als je van iemand houdt, dan wil je vaak bij die persoon zijn. Dat kan zijn omdat je je daar veilig bij voelt, het kan zijn dat hij je het gevoel geeft dat je alles aan kunt omdat hij in je gelooft en je steunt.

Op dit moment voelde ze altijd wat liefde was. Ze voelde haar vader heel dichtbij . Zijn kracht zorgde voor veiligheid en ze keek hem in zijn ogen, pakte zijn hand vast en gaf hem een kus.
"Ik hou van jou pappa!"
- Wanneer is liefde over, pappa?
Zijn ogen sloten zich, heel kort, een seconde maar en hij keek haar aan.
- De liefde is over zodra je je voor de liefde afsluit.
Ze begreep hier niets van.

- Kijk, zoals in het verhaal van de duiven weet je nog?
Op een dag lag er onder het huisje van de duiven een oude man. Naast hem stonden mensen. Ze keken naar hem en wisten niet wat ze moesten doen. Ze wisten zich geen raad met hun emoties. Afscheid is voor sommige mensen erg moeilijk. Naast de man zat een klein meisje op haar hurken. Ze at een ijsje, keek naar de oude man en huilde. Ze wist nog niets van dood en afscheid maar iets in haar zorgde voor verdriet. Dit kleine meisje had zich niet afgesloten voor de liefde en liet zich volledig vrij.

Haar ijsje viel op de grond. De man was overleden en werd door andere mensen opgetild en in een zwarte auto gelegd. Op de plek waar de man lag, lag nu een grote bruine vlek van chocoladeijs. Andere duiven kwamen een kijkje nemen. Met hun pootjes liepen ze door het ijs en lieten kleine voetafdrukjes achter waar de man had gelegen. De plek, waar hij net nog had gelegen was niet meer zijn plek maar was vol met de afdrukken van duivenpootjes.

Zo is het ook met liefde en afscheid. Elke stapje draagt een herinnering van vroeger mee. Zolang je de duivenpootjes blijft zien is er een herinnering. Maar zodra de tijd verder tikt, verdwijnen de afdrukken en daarmee de herinneringen. En als de herinneringen zijn verdwenen is de liefde er niet meer. Blijf herinneren...


Naast mij zat ze, haar slippers uitgetrokken. Naast mij keek ze naar de duiven om haar heen en lachte zachtjes...