woensdag 13 augustus 2014

Een sollicitatie naar de toekomst...


Ze liep over straat, de wind speelde met haar haar.
Druppels gleden van haar wangen. Ze sloot haar ogen.
Het geluid van de stilte nam de ruimte over. Er liepen geen mensen meer op straat.
In de verte hoorde ze het gerinkel van glas. Doffe dreunen. Een onafgebroken geluid van neervallend steen.
Haar stad, de speelplaats van haar jeugd, was niet meer.

In haar hoofd kon ze de plekken nog goed voor zich halen, hoewel dat elke keer moeilijker werd.
Daar waar ze ooit had leren zwemmen lagen nu gaten. Ongeordend chaotisch puin, met stukken staal die uitstaken alsof ze haar leken te  waarschuwden niet dichterbij te komen.
Ze hield haar ogen gesloten. In haar hand hield ze een plastic zak. Alles wat ze bezat.

In gedachte liep ze door, langs het bakkertje, waar behalve brood ook de mierzoete gebakjes gretig aftrek vonden.
Langs de winkel waar haar vader ooit werkte. Zijn schort, donkerbruin, wapperend in de warme woestijnwind, als vleugels. Zijn sterke schouders, zijn handen in zijn zij. De glimlach zodra hij haar zag.
De geborgenheid die ze voelde wanneer hij haar optilde en haar 'zijn prinses' noemde. Ze vloog hoog boven de stad uit. De stad waar ze zo lang gelukkig was geweest, was niet meer.

Ze stond stil en hield haar ogen gesloten. De vermoeidheid nam het over van het verdriet.
Nog geen maand geleden was het hier feest. Tajines gevuld met lam en zoetigheid. Muziek en een plein vol mensen.
Nu was het plein leeg. Gaten in de weg, maar niet in haar geheugen.
Ze stak haar hand uit maar niemand reageerde. Ze begreep het niet.
Had haar vader niet gezegd dat hun toekomst het mooiste geschenk was?
Waar waren ze dan nu?

De wind speelde met het zand dat in cirkels over het plein danste.
Ze liep verder, op zoek naar haar toekomst...




zondag 3 augustus 2014

Hoe leg je aan een kind uit...

Zondag morgen,

ik open mijn computer en zie de reactie van een Facebook vriend op een video
Ik voel zijn woede, zijn onmacht en onbegrip.
Ná het kijken deel ik zijn woede, zijn onmacht en onbegrip.

Mijn neefje van zes vroeg me laatst wie de slechteriken waren. Ja, leg dat maar eens uit.

Leg hem de kruisvaart van de christenen maar eens uit.
Leg hem de kruisvaart van de Moslims maar eens uit.
Leg hem maar eens uit waarom er een vliegtuig uit de lucht wordt geschoten of dat vliegtuigen zich in torens boren. 
Leg hem de oorlog om dat kleine stukje woestijn maar eens uit.

Ja, net als jij nu ben ik stil. Hoe kun je aan een kind uitleggen wat de redenen voor oorlog zijn?
- Nou, dat komt omdat mensen een bepaald geloof hebben en dat anderen willen opleggen?
- Dat komt omdat olie belangrijker is dan een mensenleven?
- Dat komt omdat mensen geld verdienen aan oorlog?

- Kijk, stel je voor dat jij net zoals nu in de zandbak speelt, er een jongetje komt en je emmertje afpakt. Dan vind je dat niet leuk toch? Dan wil je je emmertje terug. En als het jongetje dat niet doet, wat doe jij dan?
- Dan ga ik huilen, zegt mijn neefje beteuterd.
Okay, een ander voorbeeld.

Vijf aapjes zitten in een kooi. De bewaker hangt een banaan bovenin de kooi. Één aapje denkt, wat lekker, een banaantje en klimt omhoog. Op dat moment spuit de bewaker met een brandslang het aapje helemaal nat. Het aapje schrikt zich rot en springt snel naar beneden.
De volgende dag probeert het tweede aapje het. Wéér spuit de bewaker het aapje nat. Zo gaat dit nog vijf dagen door. Op dag zes wordt er één aapje uit de kooi gehaald en een nieuwe komt ervoor in de plaats. Dit aapje denkt:" Hé lekker, een banaantje," en klimt omhoog. De andere aapjes trekken hem omlaag voordat hij bij het banaantje kan komen. De aapjes kunnen hem niet uitleggen waarom ze dit doen omdat ze niet kunnen praten. De volgende dag wordt er weer een aapje uit de kooi gehaald, en weer denkt dat aapje:" Hé, wat een lekker banaantje hangt daar bovenin de kooi." En weer trekken de andere vier hem naar beneden.
Op dag 10 zitten er vijf aapjes in de kooi. Ze zien een lekker banaantje hangen, durven niet omhoog te klimmen, maar weten niet meer waarom. Dat is een beetje wat er nu gebeurd in de Gaza strook.

- Snap je?

Mijn neefje heeft zijn hoofd al weggedraaid. Hij schept en bouwt verder aan zijn zandkasteel.
Hij kan zijn hoofd wegdraaien...
Maar wij?