maandag 6 juni 2011

Ongevraagd...

Vanochtend vroeg liep ik vanuit mijn nachtdienst op weg naar huis. Een licht en warm Zandvoorts zeewindje verwelkomde me. Voor mij de geur van vrijheid, voor gynaecologen waarschijnlijk weer een heel andere associatie. Op straat vliegt her en der achtergelaten afval langs me heen. Mijn hond kwispelt vrolijk door deze Haarlemse herfst. Ze rent van plastic zakjes naar witte papiertjes, en beleeft hier overduidelijk plezier aan. Logisch, ze weet dat we op weg zijn naar Het Kenaupark en de daarop volgende lievelingsbezigheid: vreten! Ik hoorde onlangs dat het woord Kenau ontstaan is in Haarlem. Een potige dochter van een Haarlemse scheepsbouwer die tijdens het Haarlems beleg de Spanjaarden een behoorlijk tapaatje heeft laten ruiken.

Op dit tijdstip is de anders zo druk bezochte Grote Houtstraat vrijwel verlaten. Op de Grote Markt staat een andere Haarlemmer, Laurens Janszoon nog steeds fier met zijn rechterhand opgeheven te pronken met wat hij Nederland zou hebben gegeven. We weten jammergenoeg allemaal dat de Duitsers de boekdrukkunst hebben uitgevonden, maar houden dit angstvallig voor ons. Alsof wij dit op ónze beurt niet gewusst haben.
We lopen samen de Zijlstraat in, in een best wel euforische stemming. Geluk valt soms te vinden in kleine dingen. Een vroege fietser komt ons tegemoet. Jammer. De stilte zal weldra doorbroken worden. Misschien negeer ik hem wel en blijven de hond en ik samen nog even in onze bubbel zitten.

"Je moet die hond aanlijnen hoor, honden mogen niet loslopen in de stad, anders krijg je een boete," schreeuwt de fietser. De stilte breekt in stukken en de bubbel spat uiteen.
Acuut schiet ik in een depressie en bedenk snel een scherpe oneliner om deze man de mond te snoeren. Ik denk erover om de man na te schreeuwen dat een muilkorf voor mensen de Nobelprijs van de Vrede zou moeten verdienen. "Dank je wel voor de tip, ik zal er rekening mee houden," is mijn antwoord.
Behoorlijk geïrriteerd door mijn slappe return loop ik verder richting het park.

In het park aangekomen zitten we allebei weer volledig in onze Zen. Alles is groen en de ochtenddauw ligt in prachtig parelende druppels op de sprieten van het gras die als de wave in een stadion heen en weer wiegen. Een zwerver op een bankje wordt langzaam wakker van mijn geroep en de hond zijn geren.
"Je moet die hond aanlijnen hoor, honden mogen niet loslopen in het park, anders krijg je een boete," schreeuwt de zwerver. Waar zijn de tijden gebleven dat zwervers met grote stokken de stad uitgejaagd werden. Waar is die Kenau als ik haar nodig heb? Ik wil hem zeggen dat drank minder kapot maakt dan mij lief is, maar ook hem bedankt ik voor zijn advies.
Weg Zen!  Godver, wat is dat toch met ongevraagd advies?

Mijn advies? Zeg ik lekker niet...

Geen opmerkingen:

Een reactie posten