donderdag 26 juli 2012

Klimmen, vallen en weer opstaan...

Hij stapte voorzichtig naar buiten. Hij schrok! Alsof het de eerste keer sinds jaren was dat hij een deur achter zich dicht hoorde vallen. Hij zag tegen deze dag op. Hij keek naar de gesloten deur. Alsof zijn verleden werd afgesloten en er geen weg meer terug was. Zijn weerspiegeling rimpelde in het raam. Geen jongen meer, maar een man, getekend door verleden tijd.
Hij herkende zichzelf niet. Hij wist niet meer hoe lang hij daar had gestaan. Hij nam een teug van de verse ochtendlucht. Zo'n typische zomerochtend waar je de dauw op het gras kan zien verdampen. Té fris voor een T-shirt, te warm voor een jas. Schuifelend, voetje voor voetje stapte hij trots over de stenen stoep. Een wonder dat hij dít al kon.

Een stapje terug misschien. Een kleine schets van exact een jaar geleden.

Een jongen van mid dertig. Een populaire, vrolijke kerel, sportief en humoristisch. Een graag geziene persoon op feestjes. Gewild om zijn gevatte humor, zijn scherpe tong en positieve instelling. Zo eentje waar je op feestjes graag in de buurt wil staan. Zowel man als vrouw werd door hem opgezweept met zijn tomeloze energie. Hij wist de juiste snaar bij elk individu te raken. Hij gaf het gevoel dat je speciaal was, en je voelde je ook bijzonder als hij met je sprak. Dit kwam terug in zijn naam, Yadiel! Alsof zijn moeder het wist, gaf zij hem de Latijnse vertaling voor 'geliefde vriend' mee.

Een grote hobby was klimmen. Ooit begonnen met een vierdaagse cursus bij een Haarlemse  klimclub. Hij was toen een jaar of zestien. Sindsdien vond hij daar zijn rust in. En dat had Yadiel nodig. Zijn hoofd stond nooit stil. Het klimmen zorgde voor zijn Zen. Het enige weloverwogen moment van de dag. Hij plande zijn routes met chirurgische precisie. Zag als geen ander mogelijkheden om zijn doel, de top te bereiken. En die top was elke keer anders. Yadiel hekelde gewoontes en doorbrak ze dan ook dagelijks. Het hield hem scherp. Op een select gezelschap na was het moeilijk om hem te doorgronden. Aan de ene kant maakte hem dat interessant, maar ook erg verwarrend. Hij bleef nooit ergens lang hangen, alsof er een onzichtbare wind opstak en hem meevoerde. Hij kwam, pakte zijn moment en weg was hij. Take it or leave it...

Yadiel hield van uitdagingen. Één ervan was freeclimbing. Het bedwingen van bergen en obstakels zonder het gebruik van attributen. Het één zijn met het object vervulde hem met genoegen. Op eigen kracht iets bereiken was hem al vroeg eigen. Het was op een vakantie met zijn vrienden in Bouches-du-Rhône, een zeer geschikt klimgebied genaamd het Massif des Calanques, waar hij voor het eerst de discussie met zijn vriendin aanging. 


Hij bewonderde haar om haar atletische vermogen een heel stuk met hem mee te kunnen klimmen. Maar ze zag ook meer gevaar dan hij en dat maakte haar een onzekere klimster.
-"Weet je zeker dat het kalksteen niet te poreus is," vroeg ze.
"Schat vertrouw me, ik weet precies wat ik doe."
-"Ik vertrouw je ook, maar hoe weet ik dat ik de rotsen kan vertrouwen?"
"Zekerheden heb je nooit babe!"
-"Een lekker dier ben je!"
Dat zei ze altijd als ze wist dat ze de discussie niet kon winnen, en hij hield ervan.

Het mooie van deze klim was dat hij vanuit zee kon beginnen met klimmen. Alle elementen waren aanwezig. Het warme water met daarboven de harde mistral wind, in combinatie met een klim van 500 meter. En zo begonnen ze. Heel voorzichtig in het begin, maar naarmate de klim vorderde zag ze de bekende bezetenheid in Yadiels ogen. Hij zag de route oplichten en wist precies welk stukje kalksteen tastbaar was en sterk genoeg om zijn gewicht te houden. Zij keek vol bewondering naar zijn bruin gespierde lichaam. Ze hield van hem. Elke pees in zijn lichaam lichtte op, hij versnelde en liet haar achter. Sneller en sneller zag ze hem omhoog schieten. Hij zag geen verticale wand voor zich, hij voelde alleen de adrenaline door zijn lichaam gieren! Hij voelde ook niet dat hij misgreep...

Zij zag hem. Zijn hand gleed weg, de balans verdween. Zijn hoofd raakte de scherpe gescheurde stukken kalksteen. Zij zag alles. Zijn levenloze lijf viel vlak langs haar naar beneden. Twee helblauwe ogen keken haar strak na. Tweehonderd meter onder haar zag ze het water rimpelen en zijn lichaam verdwijnen in het eeuwige blauw. Het was een godswonder dat zijn vrienden onder hem er snel bij waren. Het was nog een groter mirakel dat hij dit zou overleven.
En dat besefte hij zich elke minuut van de dag. De revalidatie was de grootste uitdaging die hij ooit had moeten aangaan met zichzelf. Maar nu liep hij, over de stoep...trots!




Met de woorden 'weloverwogen en lekker dier' van Serena Nereida





Geen opmerkingen:

Een reactie posten