zondag 3 juli 2011

Digitaal geluk...

Ze keek geesteloos voor zich uit. Haar lege ogen vulden de sobere ruimte.
Omringd door vergeelde zaken uit een vergrijst verleden slopen haar dagen echoënd voorbij.
De houten, door haar vader gemaakte tol, waar ze als kind zoveel mee gespeeld had draaide geen rondjes meer. Ze lag stil in de vensterbank. Een laagje plakkerige stof omhulde het ooit strak glimmende hout.
De stilte waar ze vroeger zo naar hunkerde was nu van onophoudelijke aard.
Het dagboek waar ze dagelijks haar geluk in vereeuwigde lag al maanden onaangeroerd op haar schoot. De wollen deken die haar oude, broze benen nog enige warmte gaf, vertoonde overal slijtageplekken.
Een straaltje zonlicht valt over haar gezicht, ze heeft het amper door. Haar ijswitte haren vallen als tralies voor haar ogen. Met een zachte aanraking ordent ze de lokken met een speld weer op hun oorspronkelijke plek. Alles in haar leven verloopt nu volgens een vaste regelmaat. Dit was vroeger wel anders.

Vreugde en energie waren onlosmakelijk met haar verenigd. Ze was de bron waar iedereen hun dorst kon lessen. Met vijf zonen in een periode van acht jaar was er geen ruimte voor rust. De zoons met elk hun eigen unieke behoeftes vroegen ieder om een specifieke behandeling. De knaapjes waren getalenteerd, dat wist ze al vanaf het begin. En de moeder die ze was wilde ze hun deze talenten niet ontzeggen. Ze cijferde zichzelf weg zoals geen enkele moeder dat kon. Ze stond in dienst van hun geluk, het was haar levensdoel, haar eigen stukje paradijs op aarde.
Stuk voor stuk heeft ze gepolijst tot volmaaktheid in haar ogen behaald was. Ze was tevreden, ja zelfs een beetje trots op wat ze had bereikt.

Maar nu was het stil, de deur naar haar kleine kamertje opende zich op slechts op gezette tijden en doorbrak hiermee haar eenzaamheid.
Driemaal per dag kwam de verzorging binnen. En ze troffen haar steeds in dezelfde houding aan. Haar rug naar de deur, haar ogen strak naar buiten gericht. Smachtend naar de thuiskomst van haar kroost. Haar jongens kwamen al jaren niet meer langs.

Op het bureau zoemde bijna onhoorbaar een oude computer. Haar enige hoop zat gevangen in dat kastje waarvan ze de bediening amper beheerste.
Elke dag vroeg ze de zusters te kijken naar een nieuw bericht.
Ze wachtte op een geluid. Een geluid van geluk. Een zachte *ping*.
Ze wachtte op een bericht van haar verongelukte zoons.
Haar vroegere paradijs had plaats gemaakt voor virtueel digitaal geluk...

Geen opmerkingen:

Een reactie posten