woensdag 28 december 2011

Ze maken er een potje van...

In alle vroegte open ik mijn voordeur, snuif de koude zeelucht op en trek de kraag van mijn trui zo dicht mogelijk tegen mijn oren. Het wordt nu écht winter, denk ik, terwijl mijn hond haar staart twintig keer tegen mijn been aanslaat van blijheid. Ik verlaat mijn Playboymansion, klaar voor een lange wandeling en deze ochtend zélfs bijzonder goed gemutst.

Ik loop over de galerij richting de buitendeur. Beneden aangekomen wordt mijn aandacht getrokken door twee dames, zittend op de trap. Ik ken ze wel, maar niet van naam. Het zijn mijn buurvrouwen. Een klein Indonesisch vrouwtje van rond de 50. Ze zou ook 70 kunnen zijn, want zeker weten doe ik het nooit bij het Indonesische ras. Haar partner, een vrouw met een rattenkop inclusief de kraaloogjes en een vergrotende bril kijkt me verschrikt aan.

"Tudé, zou jij alsjeblieft de deur naar de garage open kunnen doen?"
Haar vraag is onlogisch. Ze hebben beide de sleutels, ze wonen immers onder mij. Ik wil de deur voor opendoen, maar Kroepoekje smeekt me dit niet te doen. Haar onderliep trilt, haar ogen licht betraand. Ratje vraagt me nog een keer rustig de deur open te doen. Zelfs iemand die het empathisch vermogen van een visstick heeft kan vermoeden dat hier iets niet klopt. Ik word geïrriteerd, merk dat mijn fijne morgen nu al verstoord gaat worden door huiselijke gezeur.

"Wat is hier aan de hand, vraag ik met een zo'n laag mogelijke stem. Ik heb geen zin in onzin!" Het schijnt te werken, ze kijken me vragend aan. Kroepoekje begint haar verhaal. Iets over dat Ratje haar portemonnee en huissleutels nog heeft en dat ze die terug wil. Ratje op haar beurt begint ook de vuile was buiten te hangen en begint getallen te noemen. Over dat zij nog €5000,- moet teruggeven. Mijn humeur begint langzamerhand een dieptepunt te bereiken.
"Okay dames, ik heb hier geen behoefte aan." Ik open de garagedeur en ze rennen als wilde honden naar binnen. Nog geen 10 meter buiten aangekomen hoor ik gegil.

"Tudé, help, je moet me helpen, schreeuwt een Indonesisch stemmetje."
Binnen twee seconden heb ik mijn Supermanpak aangetrokken en snel snel naar binnen. Een telefoon ligt kapot op de grond, Kroepoekje trilt als centrifugerende wasmachine. Er staan tanden in haar arm en een pluk haar valt langzaam naar beneden. Wat moet ik hier nou weer mee?
Ik kies partij voor de kleinste en vraag Ratje of ze de portemonnee heeft. Ze antwoordt bevestigend. "Terug dat ding," brul ik kalm maar assertief. Cesar Milan zou trots op me zijn. Ratje geeft me de geldbuidel terug en ik open volgens afspraak de garagedeur. Ik raap de 10 stukjes telefoon op en geef deze weer aan de rechtmatige eigenaar. Ze is me dankbaar. De Kerstgedachte is bij hun wel echt verdwenen. Ze maken er nogal een potje van.

Buiten merk ik dat het toch wel koud is in zo'n Supermanpak...


1 opmerking: