donderdag 10 maart 2011

Haarlem en parkeren...

De leukste winkelstad van Nederland heeft haar eigen ondergang getekend.
Na jaren van stilleggen van de stad voor de aanleg van een buslijn van Haarlem naar de Bijlmer, genaamd Rupsje Nooitgenoeg is Haarlem nu een uitgebreid terreurregime begonnen tegen de auto en daarmee winkelend Nederland. Overal zie je verhoogde stoepen, zo hoog dat een gemiddelde dijkenbouwer er hoogtevrees van zou krijgen. De enige beschikbare plaatsen zijn invalideparkeerplekken en los,- en laadplaatsen. Maar na sluitingstijd van de winkels staan deze autoloos te wachten als lokaas voor de nietsvermoedende burger.

Van een afstandje zie ik ze aankomen. Voorzichtig benaderen ze de verleiding van de vrije positie. Ze kijken om zich heen of ze parkeerautomaten zien staan waar ze hun zuurverdiende centjes in kwijt kunnen.
Maar Haarlem heeft goede optellers in dienst. Het levert natuurlijk veel meer op om een rondje stad te bekeuren in plaats van die paar Eurootjes aan parkeergeld te innen. De foutparkerende crimineel wordt meteen in zijn kraag gevat door de SS-ers (de Sadomasochistische Stadswachten).

Links van de boeteschrijvende surveillanten wordt een oud invalide vrouwtje hardhandig van haar Scootmobile gemept en beroofd van haar net gepinde AOW-tje. Naast haar staan drie mannen met hoodies een jong meisje lastig te vallen met zoals het eruit ziet nogal loverboyachtige taferelen. Aan de overkant zie ik krakers rijen leegstaande winkelpanden bezetten en de juwelier wordt van binnenuit beschenen met snelbewegende lantaarns terwijl er voor het pand een ronkende auto staat met daarin een gebivakkeerde meneer. Ik hoop maar dat hij een stadsparkeerpas heeft.

Stoïcijns schrijven ze met hun schuldeisende pennetjes alles op in hun schriftje. Volledig uilig van wat er om hen heen aan de hand is. Ik ga het gesprek aan met één van de auteurs. Hoe kan ik mijn pup afleveren bij vrienden zodat ik kan gaan werken is mijn vraag.
Ik: "Hoe kan ik mijn pup afleveren bij vrienden om te gaan werken?"
Hij:" Sjeg Mienier, dat ies njiet moggeluk, hier alleen parkeer als jij hep statsparkierpasj."
Ik:" Het duurt maar tien minuutjes, en dan ben ik weer weg."
Hij:" Ik zal sjeg tegen mijn collegaas, maar ies opeigen risieco."
Ik:" Chokran, Inshallah."
Ik ren naar mijn vrienden, de pup stikkend achter mij aantrekkend gooi ik haar naar binnen alsof we meedoen aan de Olympische Estafette.

Aangekomen bij mijn auto zie ik één van zijn collega's de pen al likken, maar net voordat het inkt als  opkomend orgasme uit zijn pen vloeit ben ik weg, de krakers en inbrekers overrijdend scheur ik naar mijn werk, waar ik mijn collega veel te vroeg aflos.

Namens mijn collega: Stadswacht bedankt...

Geen opmerkingen:

Een reactie posten