woensdag 23 maart 2011

Woensdagmiddagzonnetje...en naastenhulp

Wat een heerlijke dag! In het voorjaarszonnetje zit ik op mijn balkon en geniet van een slecht boek en lekkere hapjes. Jan&Saskia's 'over sex en liefde' leest lekker weg en beiden schrijven over dezelfde onzin als ik. Alleen zou ik over hun schrijfstijl zelf niet naar huis schrijven.
Onder mijn balkon ligt meneer Tom, de Stoepslaper. Hij heeft ook zijn huis even verlaten om de zonnestralen op te drinken. Hij ligt al drie uur te baden. Misschien zou ik moeten zeggen dat hij zich even moet insmeren, want in dit zonnetje kun je lelijk verbranden. Door de koude wind voel je de hitte van de zon namelijk niet. Het wintersportprincipe. Maar ik wil hem niet wakker maken, de aanbidder die hij is. Laat hem nog maar even incasseren.

Ik lees verder over verschillen tussen man en vrouw. Het boekje gaat over communicatie tussen man en vrouw, of het gebrek eraan. Tsja... gebrek aan communicatie is ook communicatie. Ik kijk om het half uur even of meneer Tom het goed maakt. Ja, hij ademt nog. Zijn voeten liggen wijd uit elkaar, z'n handen lekker losjes naast hem. Verstandig dat hij zijn jas heeft aangedaan. Hij ligt namelijk al half in de schaduw, maar heeft dat niet door. Tom zal wel heel diep in slaap zijn. Ik ben benieuwd waarover hij droomt. Over zijn vakanties, zijn boot, z'n werk of misschien droomt hij wel over zijn droomvrouw. Het wordt langzamerhand kouder naarmate de zon verstoppertje speelt achter de huizen. Ik maak me toch een beetje zorgen om Tom. Ik wil niet dat hij een koutje oploopt dus bel met zijn huisgenote.
Zij: Hallo, Leger des Heils, met Shadiva.
Ik: Hoi Shadiva, met Tudé. Zeg, Tom ligt nu al een tijdje buiten te slapen, heb jij misschien een dekentje voor hem?
Zij: Is het weer zover? Ik kom er zo aan...

Een half uur later is Shadiva nog niet langs geweest en ik bel maar even de alternatieve opvangdienst.
Hij: Politie Kennemerland...
Ik: Hoi met Tudé. Zeg, Tom ligt nu al een tijdje buiten te slapen, heb jij misschien een dekentje voor hem?
Hij: Is het weer zover? We komen eraan.
Ik ben blij dat er nog mensen om Tom bekommerd zijn.
Een uur later zijn ze nog steeds niet langs geweest.

Ik bedenk me dat het best een raar gezicht moet zijn voor de passanten van zijn stoep. Er ligt iemand op de stoep te slapen, met zijn voeten wijd uiteen en zijn armen ontspannen langs zijn zij. Ik hou het een tijdje in de gaten en zie veertig mensen op een meter van Tom stilstaan, kijken én doorlopen. Zij kennen hem niet, en ik denk dat ze hem ook niet willen kennen, want ze lopen allemaal wegkijkend verder. Ook niet aardig tegenover Tommie...
Stel nou voor dat ik hem niet zo nauwlettend in de gaten had gehouden, dan had het zomaar iemand kunnen zijn die langzaam dood aan het gaan was. Dit lijkt me een typisch gevalletje "OhNo Effect". Niet in mijn dienst!!
De Barmhartige Samaritaan is met vakantie zeker...

Even later wordt Tom wakker gemaakt door zijn vrienden die de sfeer nog eens goed opsnuiven. Ze roken al onraad of iets anders. Tom staat op. Hij is nog een beetje slaapdronken van zijn vaste middagdutje zeker, want hij waggelt nogal. Hij wrijft even in zijn ogen en gaat dan langzaam op huis aan. Dag Tom, tot de volgende keer maar weer.

TomTom waar moet het toch heen met jou?


4 opmerkingen:

  1. wat een slome die shadiva... wat zegt ze allemaal tegen Tommie?

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Eerlijk? Ze zegt, Tom, was je niet door de politie al naar huis gestuurd? Ga nou gewoon 's luisteren en wegwezen, anders haal ik de politie er weer bij!

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Wat een puik stukje tekst weer! Gelukkig deed Tommie het nog en wat fijn dat jij 'm zo goed in de gaten houdt Tudé, hulde!

    BeantwoordenVerwijderen
  4. Hahahhahahahahhahahahhahahahahhahahahha :D

    BeantwoordenVerwijderen